14-03-2022
Door Jurrian van Irsel
Door mensen veroorzaakte veranderingen in de leefomstandigheden, zoals een veranderend klimaat of landgebruik, hebben grote gevolgen voor veel plant- en diersoorten. Om te bepalen wat de gevolgen voor een populatie exact zijn, is het van belang om te weten of individuen binnen een populatie verschillen in hun vermogen om zich aan te passen aan de veranderende omstandigheden. Als individuen namelijk daarin verschillen dan is het mogelijk dat negatieve effecten van veranderende omstandigheden worden opgevangen door bijvoorbeeld de individuen in een betere conditie. Echter het karakteriseren van individuen als individuen van bijvoorbeeld lage kwaliteit en hoge kwaliteit blijkt in de praktijk behoorlijk lastig. Het broedsucces in het voorgaande jaar kan een indicatie geven van het vermogen van een individu om zich aan te passen aan fluctuaties in weers- en voedselomstandigheden.
Aan de hand van reproductiegegevens en aflezingen van 636 scholeksters die minstens 1 keer gebroed hebben op Schiermonnikoog in de periode 2002-2017 zijn individuen per jaar geclassificeerd in succesvolle broeders, mislukte broeders en niet-broedvogels. Doordat er maar weinig scholeksters daadwerkelijk succesvol zijn in het grootbrengen van hun jongen tot aan het moment van “uitvliegen”, hebben we ervoor gekozen om het succes te definiëren als het succesvol uit laten komen van tenminste 1 ei. Eerst is het gemiddelde broedsucces en de gemiddelde overleving per jaar geschat voor succesvolle, mislukte, en niet-broedvogels. Hieruit bleek dat individuen die het jaar ervoor succesvol gebroed hebben een hogere overlevingskans hebben en het waarschijnlijker is dat zij het jaar erop opnieuw succesvol zullen broeden.
Figuur 1. De gemiddelde kans van succesvolle (S), mislukte (F), en niet-broedvogels (N) om het jaar erop een successvolle, mislukte, of niet-broedvogel te zijn. Daarnaast is de jaarlijkse sterftekans (D) weergeven voor elk van deze classificaties.
Effecten van voedsel- en weersomstandigheden
Om de effecten van veranderingen in voesel- en weersomstandigheden op de overleving en reproductie in kaart te brengen zijn twee periode meegenomen namelijk de winterperiode van december tot en met maart en de broedperiode van mei tot en met juni waarin de meeste scholeksters eieren hebben gelegd. Doordat voedsel- en weersomstandigheden ook kunnen doorwerken op het broedsucces, hebben we naar zowel de voedsel- en weerseffecten op overleving als reproductie gekeken. Het broedsucces (in onze studie het laten uitkomen van minstens 1 ei) van scholeksters bleek het meest afhankelijk te zijn van de biomassa aan zeeduizendpoten, de gemiddelde temperatuur over mei en juni, en de maximale hoogte van het getij tussen mei en juni. Voor succesvolle, mislukte en niet-broedvogels neemt de kans dat ze het jaar erop succesvol broeden toe met een hogere biomassa aan zeeduizendpoten. Een lagere gemiddelde temperatuur in mei en juni leidt alleen bij succesvolle en niet-broedvogels tot een hogere kans om het jaar erop succesvol te broeden, maar niet voor mislukte broeders. Daarnaast was de maximale getijde hoogte ook van belang op het broedsucces, maar deze variabele had geen significante invloed op de reproductie of overleving van scholeksters. De voedsel- en weersomstandigheden hadden weinig effect op de overleving, maar er waren grote verschillen tussen de succesvolle-, mislukte en niet-broedvogels. Uit de analyse bleek dat de biomassa aan kokkels en mossels, en windchill (een index van de winterkoude waarin rekening wordt gehouden met de windsnelheid) de meest belangrijke effecten hebben op overleving van scholekesters. Echter, de variatie in overleving werd het meest gestuurd door het broedsucces in het voorgaande jaar, met de hoogste overlevingskans voor succesvolle broedvogels. De voedsel- en weersomstandigheden hadden in mindere mate effect op de overleving en verklaarde minder van de waargenomen variatie in overleving tussen jaren.
Figuur 2. Het gemiddeld aantal keer dat een individu binnen de populatie succesvol tenminste 1 ei zal laten uitkomen in relatie tot de voedsel- en weersomstandigheden. De voedsel- en weersomstandigheden zijn gestandardiseerd, waarbij 0 het gemiddelde is over de periode 2002-2017, een negatief getal betekent slechtere omstandigheden ten opzichte van het gemiddelde over 2002-2017, en een positief getal betekent betere omstandigheden.
Effecten op de langere termijn
De effecten van voedsel- en weersomstandigheden op het broedsucces en de overleving van scholeksters zijn niet hetzelfde voor alle vogels. Uit een simulatie van de gemiddelde weers- en voedseleffecten op reproductie en overleving van scholeksters blijkt dat met name de effecten op het broedsucces de grootste invloed hebben op de langere termijn. Doordat de voedsel- en/of weersomstandigheden tegenovergestelde effecten hebben op de overleving afhankelijk van het broedsucces in het jaar ervoor worden de effecten op populatie niveau gebuffered. Met andere woorden, de verhoogde sterfte bij bijvoorbeeld niet-broedvogels door minder voedsel in een jaar, wordt opgevangen door een hogere overleving van mislukte en succesvolle broeders. Hierdoor hebben de voedsel- en weersomstandigheden minder invloed op de populatie op de langere termijn. De resultaten van dit onderzoek duiden erop dat het meenemen van individuele aanpassingscapaciteit zeer belangrijk is wanneer de effecten van veranderende leefomstandigheden op een populatie worden bestudeerd. De scholeksterpopulatie neemt al langere tijd af en de resultaten van dit onderzoek duiden erop dat klimaatsverandering en voedselgebrek een belangrijke rol spelen. Waar in eerdere decennia met name de koude winters grote sterfte veroorzaakte, lijkt nu ook een hogere wintertemperatuur voor een daling in overleving te zorgen. Bovendien, zorgen hogere temperaturen in de winter voor meer verlies aan biomassa van de belangrijkste prooidieren van scholeksters waardoor ook het reproductiesucces van scholeksters negatief beïnvloed wordt.
Publicatie:
van Irsel J, Frauendorf M, Ens BJ, van de Pol M, Troost K, Oosterbeek K, de Kroon H, Jongejans E & Allen AM. 2022. State-dependent environmental sensitivity of reproductive success and survival in a shorebird. Ibis
Link