31-01-2022
De Waddenzee is belangrijk voor veel vogels als broedgebied, overwintergebied of om er op te vetten tijdens de trekperiode. Tegelijkertijd wordt de Waddenzee jaarlijks bezocht door veel toeristen en wordt het gebied gebruikt voor allerlei andere menselijke activiteiten. De aanwezigheid van mensen kan een negatief effect hebben op vogels. Dat is het meest zichtbaar wanneer vogels moeten opvliegen door verstoring en daardoor onnodig energie verspillen. Verstoring kan er ook voor zorgen dat vogels plekken met veel menselijke activiteiten gaan vermijden. Vermijding van verstoorde locaties is in het veld vaak moeilijk vast te stellen, maar kan wel grote effecten hebben op vogels. Als vogels bepaalde foerageergebieden vermijden kan dit de draagkracht van een gebied verkleinen. Als vogels door verstoring geen gebruik kunnen maken van sommige hoogwatervluchtplaatsen, moeten ze grotere afstanden afleggen tussen foerageergebieden en onverstoorde hoogwatervluchtplaatsen.
Figuur 1: Westerse Veld in de zomer. De rode pijl geeft het dijkje aan waar scholeksters vaak overtijen. Op dit dijkje loopt ook een pad waar vaak wandelaars overheen lopen.
Westerse Veld en Richel
In een recent onderzoek dat gepubliceerd is in het wetenschappelijke tijdschrift Ibis is het gebruik van twee hoogwatervluchtplaatsen op Vlieland onderzocht. Door scholeksters op Vlieland met GPS zenders uit te rusten konden vogels in detail gevolgd worden, en kon tijdens elk getij vastgesteld worden waar vogels foerageren en vervolgens naar welke hoogwatervluchtplaats ze vlogen om te rusten tijdens hoogwater. Het onderzoek focuste op twee hoogwatervluchtplaatsen: Westerse Veld en Richel. Westerse Veld ligt direct naast het dorp Oost-Vlieland en scholeksters rusten hier op een lage dijk. Er is op deze hoogwatervluchtplaats veel verstoring, vooral in de zomer door toeristen, omdat mensen over de dijk lopen en boten op het wad voor de dijk kunnen droogvallen. De tweede hoogwatervluchtplaats is Richel, een onbewoonde en onverstoorde zandplaat waar geen wandelaars mogen komen en ook geen boten mogen droogvallen. Scholeksters die rond Oost-Vlieland foerageren kiezen vrijwel altijd voor één van deze twee hoogwatervluchtplaatsen, omdat er verder geen geschikte hoogwatervluchtplaatsen aanwezig zijn. De dichtstbijzijnde andere hoogwatervluchtplaatsen liggen ongeveer 10 km verder (Griend, Terschelling, Kroonpolders).
Figuur 2: Kaart van het waddengebied rond Oost-Vlieland en Richel. De punten geven foerageerlocaties aan en de kleur geeft weer of vogels in het volgende hoogwater kozen om op Westerse Veld of Richel te rusten. Als vogels zouden kiezen voor de dichtstbijzijnde hoogwatervluchtplaats, zouden de scholeksters ten westen van de stippellijn steeds voor Westerse Veld kiezen, maar in de praktijk vliegen veel vogels naar Richel.
Vermijding varieert tussen seizoenen
Uit de GPS gegevens bleek dat scholeksters kozen vaak om vanaf de foerageergebieden naar Richel te vliegen in plaats van naar het Westerse Veld, zelfs als hun foerageerlocatie dichter bij Westerse Veld lag. De kans dat scholeksters voor Richel kozen in plaats van het Westerse Veld was het grootst in de nazomer en het kleinst in de winter. De onderzoekers denken dat dit patroon wordt veroorzaakt door verstoring. In de zomer zijn er meer toeristen en boten, en is de verstoringsdruk dus veel groter omdat er veel toeristen over het dijkje lopen en er veel boten voor de dijk liggen. Mogelijk weten veel scholeksters al dat ze verstoord gaan worden wanneer ze zullen rusten op Westerse Veld en kiezen ze daarvoor om meteen naar Richel te vliegen, ook al ligt de zandplaat verder weg van hun foerageergebied. Opvallend is dat scholeksters ook ’s nachts veel minder gebruik maken van Westerse Veld. Uit eerdere studies is bekend dat het regelmatig voorkomt dat steltlopers overdag andere hoogwatervluchtplaatsen gebruiken dan ’s nachts, wat mogelijk te maken heeft met predatiekans. Het is mogelijk dat dit ook op Vlieland een rol speelt, en scholeksters zich ’s nachts minder veilig wanen op Vlieland (waar onder andere huiskatten rondlopen) dan op Richel.
Figuur 3: Aantal scholeksters dat op Westerse Veld rust (als proportie van het totaal aantal vogels op Westerse Veld en Richel), in verschillende seizoenen en op verschillende momenten tijdens hoogwater. Voor elk seizoen is het verloop van de proportie weergegeven van 3 uur voor hoogwater tot 3 uur na hoogwater.
Vermijding kost vogels veel energie!
Veel scholeksters foerageren op het wad ten zuidwesten van Oost-Vlieland. Als deze scholeksters kiezen om niet op Westerse Veld te rusten maar op Richel, moeten ze 4 km verder vliegen, en dezelfde afstand weer extra terug bij het volgende laagwater. Om deze afstand extra te vliegen verbruiken scholeksters ongeveer 3,4% van hun dagelijkse energiebehoefte. Dit is veel meer in vergelijking met de gemiddelde kosten die scholeksters kwijt zijn door ‘zichtbare verstoringen’op hoogwatervluchtplaatsen op Vlieland (0,2-0,6%). Dat is het totaal van verstoringen die er meestal niet voor zorgen dat scholeksters naar een andere hoogwatervluchtplaats hoeven te vliegen. Dit onderzoek laat dus zien dat vermijding grotere negatieve gevolgen kan hebben dan ‘zichtbare verstoring’, en dat het dus belangrijk is dat er overal in de Waddenzee voldoende onverstoorde hoogwatervluchtplaatsen dichtbij foerageergebieden liggen.
Publicatie:
van der Kolk H, Ens BJ, Oosterbeek K, Jongejans E & van de Pol M. 2022. The hidden cost of disturbance: Eurasian Oystercatchers (Haematopus ostralegus) avoid a disturbed roost site during the tourist season. Ibis
Link